top of page

10 juni 2012: England's Finest

Wie Engeland zegt, zegt koormuziek. En voor een kamerkoor vraag dat vanzelfsprekend om een programma vol Engelse componisten. Wij brachten een programma ten gehore dat bestond uit werken van de beste Engelse componisten. Wij zongen ons daarbij een weg door de Engelse muziekgeschiedenis: van de Renaissance-componisten Tallis en Byrd, via de Barok van Purcell en de Romantiek van Elgar en Vaughan Williams naar het moderne, twintigste-eeuwse werk van Britten. Hoe gevarieerd dit programma ook oogt en klinkt, de inhoudelijke rode draad wordt gevormd door de thema’s dood en vergankelijkheid, die in elk stuk te vinden zijn.

Thomas Tallis (ca. 1505-1585) geldt als een van de belangrijkste vroege Britse componisten. Zijn Mass for four voices hoort bij Tallis’ vroege werk.

William Byrd (1540-1623) geldt als dé andere grote Engelse componist uit de Renaisance. Hij was een leerling van Tallis. De twee korte stukken die op het programma staan, Look down, O Lord en Come help O God, komen uit de Teares or Lamentacions of a Sorrowfull Soule (1614) en horen bij Byrds latere werk.

Henry Purcell (1659-1695) behoort tot de belangrijkste Engelse Barokcomponisten. Vlak voor zijn eigen dood in 1695 componeerde Purcell de Funeral music for Queen Mary, een compositie waarin koorzang en koperblazers elkaar afwisselen. Elnosequé wordt in dit stuk bijgestaan door een voor de gelegenheid samengesteld koperensemble.

Van Edward Elgar (1857-1934) en Ralph Vaughan Williams (1872-1958) brengt Elnoséqué in dit concert een drietal liederen ten gehore, die duidelijk in de romantische traditie geplaatst kunnen worden.

Benjamin Britten (1913-1976) geldt als de belangrijkste 20e-eeuwse Engelse componist. The long night en Ye that pasen by zijn afkomstig uit Sacred and Profane (1974/75) een serie teksten in middeleeuws Engels waarin, opnieuw, dood en vergankelijkheid centraal staan.

Voor dit concert werd samenwerking gezocht met een koperensemble dat bestaat uit Olga van Kouwen, Piet van der Zandt, Simon van der Zandt en Wil Maatman.


bottom of page